Hier
vindt u alle informatie over Primo, onze Bracco
Italiano jachthond en beste vriend. Primo is een
krachtige hond van goede verhoudingen. De gangen zijn
los, goed ontwikkelde spieren, de draf uitgrijpend en
snel. Jagend draagt Primo het hoofd betrekkelijk hoog.
De neus iets boven de ruglijn. De uitdrukking is
ernstig, goedaardig en schrander. Primo woont en werkt
in Frankrijk, 15 km buiten de stad Millau, in het
plaatsje Saint Leon samen met zijn baas Philippe. Hij
heeft het reuze naar zijn zin op het platteland waar
hij vrij kan bewegen en jagen in de uitgebreide bossen
en velden rondom Saint Leon in Zuid-Frankrijk.
|

|
Oorsprong:
Italië
FCI
classificatie 202: Groep 7
(Staande jachthond)
|
Belangrijke verhoudingen: De
lengte van het lichaam is het zelfde als de hoogte
gemeten vanaf de schoft van de hond, iets langer in
lichaam wordt ook toegestaan. De lengte van het hoofd is
gelijk aan 4/10 van de hoogte van de hond. De schedel en
voorsnuit zijn gelijk van lengte.
|
 |
Gedrag en temperament: De hond heeft veel
weerstandsvermogen en is geschikt voor alle soorten
jacht. Is intelligent en handelbaar, gemakkelijk te
trainen.
|
|
Hoofd:
De lengte
komt overeen met 4/10 van de hoogte van de hond. Onder
het oog iets ingevallen. De snuit is van voren gezien
vierkant, van opzij afgerond, geringe stop,
achterhoofdsknobbel duidelijk zichtbaar en wenkbrauwen
goed aangegeven. Te veel of geen plooien op het hoofd
zijn niet toegestaan.
|
 |
Neus: Groot,
min of meer roze, vleeskleurig of bruin, afhankelijk van
de kleur van de vacht. De neus steekt iets voor de
lippen uit, de neusgaten zijn groot en open. De neusrug
is lichtgebogen.
|
Lippen: De
bovenlippen zijn goed ontwikkeld, fijn doch niet slap,
zij bedekken de onderkaak waarbij de mondhoeken goed
afgetekend zijn. Te zware of te slappe lippen zijn niet
toegestaan.
|
Gebit: Scharend
gebit. Goed kompleet ontwikkeld , met al de
gebitselementen aanwezig. Tanggebit wordt nog
toegestaan.
|
Ogen: half naar buiten
geplaatst, noch uitpuilend of diepliggend met een
goedaardige uitdrukking. Ovaal met goed aansluitende
oogleden (geen entropion of ectropion). De kleur van de
iris is meer of minder donker oker of bruin, afhankelijk
van de kleur van de vacht
|
 |
Oren:
Goed
ontwikkeld. In lengte moeten ze, zonder er aan te
trekken, tot de top van de neus reiken, de uiteinde
elkaar rakend. De breedte is op zijn minst gelijk aan
helft van de lengte. Ver naar achter aangezet, soepel
van voren gevouwen en tegen de wang gedragen. Het
onderste gedeelte van het oor is licht afgerond.
|
Hals: Krachtig,
de stam kegelvormig, de lengte is niet minder dan 2/3
van de lengte van het hoofd. De keel laat zachte dubbele
keelhuidplooien zien.
|
Voorhand: Sterke
schouder, goed gespierd, lang en schuin. De opperarm
schuin dicht tegen het lichaam. Het onderbeen stevig,
groot en recht, middenvoet droog en lichtgebogen. De
voet vrij stevig, groot en rond met enigszins lange goed
gesloten en met kort haar bedekte tenen. Sterke witte
okergele of bruine nagels en droge elastische voetzolen.
|
Lichaam:
De
borstkas is ruim en diep, onderborst tot aan de hoogte
van de ellebogen. Van onder meer dan boven goed geronde
ribben. De schoft is hoog, de schouderbladen goed los
van het lichaam. De rug is vrijwel recht van de schoft
tot de elfde rugwervel en iets gebogen aflopend van de
elfde rugwervel tot het kruis. De lende streek is breed
gespierd, tamelijk kort en lichtschuin aflopend. Het
bekken is ruim, vooral bij de teef. Opgetrokken kruis
bij de hond is niet toegestaan.
|
Staart:
Dikke
wortel recht met een lichte neiging uit te lopen en
dient niet borstelig te zijn.Tijdens de jacht wordt de
staart horizontaal of iets naar beneden gedragen. In
rust laag gedragen. Een naar boven gebogen staart is
fout, evenals het ontbreken van de staart. De staart
dient te worden ingekort (couperen) op 15 à 25 cm
(wettelijk verbod op couperen in Europa). |
Achterhand:
De
dijen zijn tamelijk lang, niet uitstaand,
goed gespierd en van achteren vrijwel
recht. De benen zijn sterk met brede en
niet overmatig gebogen sprongen die goed
verticaal zijn. Middenvoet droog, noch
naar binnen, noch naar buiten gedraaid. De
achtervoeten zijn eender als de
voorvoeten. Het ontbreken van de
hubertusklauw is niet fout.
|
|
|
Vacht:
Kort
dik glanzend. Fijner en veel korter op het hoofd, oren,
schouders, dijen en voorzijde van de benen en de voeten.
Lang haar of golvend haar is niet toegestaan. Kleur: Wit
met min of meer grote oranje of amberkleurige
aftekening, wit met min of meer grote kastanjebruine
aftekening, wit met oranje schimmel en wit met
kastanjebruine schimmel. Niet toegestaan zijn de kleuren
zwart, zwart met roestbruin, driekleur, effen of
reekleur.
Maat: Schofthoogte:
55-67cm.De hoogte voor reuen: 58-67cm; de hoogte voor
teven 55-62cm.
Gewicht: 25-40 kg.
Afhankelijk van de hoogte van de hond met ruime
spelingen maar
goede verhoudingen.
|
N.B. Opmerking:
De reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in
het scrotum ingedaalde testikels hebben.
Copyright
2007-2008
Philippe Creyssels eigenaar van Primo
|
|
|